te ik thuis maar wat mee met CD's. Maar op een gegeven moment speelde ik bij 6 verenigingen. Mijn vader bracht me overal naar toe en haalde me ook weer op. Zelf speelde hij bugel".
-
"Op mijn 16de begon ik als 2de trompettist bij Kempenbloei Achel. ‘Revisions’ van Jan van der Roost was het eerste stuk dat ik daar speelde. Ik dacht meteen: hee, dat klinkt anders. Op dat moment had ik nog geen idee dat ik ooit nog eens bij hem op het Lemmensinstituut in de leer zou gaan".
-
"Leo Nuyts was toen nog dirigent bij Kempenbloei. Als er even niemand bschikbaar was voor de de 1ste trompetpartij mocht ik die wel eens voor mijn rekening nemen. En dat beviel van weerskanten. Na een paar keer zeiden ze: nu blijft u natuurlijk onze 1ste trompettist. Ik had altijd al zoiets van: gewoon mijn best blijven doen en mijn tijd afwachten".
-
Eigenlijk wilde ik binnnenhuisarchitect worden
-
--
"Eigenlijk wilde ik binnenhuisarchect worden. Ik had al jong iets met schema's en met techniek. Maar in mijn 5de jaar middelbaar hoorde ik voor het eerst het trompetconcert van Haydn. Op dat moment wist ik zeker: ik word beroepsmuzikant".
-
"Op het conservatorium in Antwerpen heb ik in 5 jaar mijn mastersgraad trompet gehaald. In die tijd heb ik 3 jaar HaFaBra-directie erbij gedaan. Dat was daar toen nog een van de bijvakken waaruit je kon kiezen. Nadat ik er mijn ingangsexamen bij Dirk De Caluwé voor deed, zei hij:”Goed, maar er moet nog veel aan geschaafd worden”. Hij zit nu ook in de jury die me in Leuven examineert".
-
"In mijn laatste jaar conservatorium zette muziekuitgeverij Beriato het project 'Young composers meet young conductors' op. Daar werd een cd en een dvd van gemaakt. Ik dirigeerde voor die gelegenheid het Harmonie Orkest van Antwerpen de wereldpremière van 'Night in Venice' van Wouter Lenaerts".
"Gedurende mijn studie in Antwerpen heb ik ook nog trompetles gegeven tot het teveel aan reistijd van me ging vergen. Zelf speel ik nog altijd graag trompet. Maar ik dirigeer inmiddels toch nog liever".
-
Groeien als dirigent is uiting geven aan de groei van je persoonlijkheid
-
"Tijdens mijn eerste jaar op het conservatorium werd ik gebeld of ik voor het jeugdorkest van Hamont-Budel-Schoot wilde gaan staan. Dat lukte me best redelijk want vroegen me of ik hun vaste dirigent wilde worden. Een jaar kwam de fanfare van Kwaadmechelen verzoek. En de Harmonie De Vriendenkring uit het aangrenzende Oost-Ham volgde. Die twee zijn later gefuseerd tot de Concertband Musica Ham. Die beschouw ik ondertussen als mijn kindje".
-
"In mijn tijd op het conservatorium speelde ik af en toe mee met De Filharmonie van Vlaanderen. Daar zag ik hoe Phillip Herrewege het dirigeren aanpakte. Ook woonde ik een repetitie bij van Valery Gergiev met het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Ik lette vooral op de manier waarop zij iets vertelden en hoe ze daarbij keken. Daardoor raakte ik er al snel van doordongen dat groeien als dirigent vooral betekent dat je uiting geeft aan de groei van je persoonlijkheid".
-
"Als aankomend dirigent viel ik ook bij andere gezelschappen in, om vrienden te vervangen. Ik vond het altijd geweldig om ook eens ergens anders te komen. Maar zo rond mijn 20ste ervoer ik wel dat het best lastig is om tegen iemand die 2 keer zo oud is te zeggen dat ie beter zijn best moet doen. In die tijd vroeg ik me vaak af: doe ik het wel goed?"
-
Zonder mij kan een orkest wel verder, maar ik kom niet verder zonder orkest
--
"Tegenwoordig proef ik steeds meer een reactie van: die kan het. Maar je kunt niet alles als dirigent. Dirigeren is een ultieme vorm van samenwerken. En één ding weet in elk geval zeker: zonder mij kan een orkest wel verder, maar ik kom niet verder zonder orkest".
-
"In 2000 zag ik diverse toppers auditie doen voor het dirigentschap van Kempenbloei. Het proefoptreden van Ivan Meylemans staat me nog helder vooor de geest. Binnen 10 minuten was het bekeken; hingen we allemaal aan zijn lippen".
-
"Eind 2003 werd ik met een mailtje door Euphonia Goes als dirigent gevraagd. Daar kwam ik in aanraking met de Nederlandse mentaliteit. Die is toch een stuk directer dan ik in België was gewend. In Goes kwamen ze zonder omwegen voor hun ambitie uit: breng ons tot aan het dak en nog liever er doorheen. Veel van mijn inbreng voor Kempenbloei heb ik daar voor moeten laten schieten. Ze repeteren namelijk allebei op de dinsdagavond".
-
"Maar als het zo uitkomt schuif ik nog altijd van harte aan in Achel. Zo speelde ik maar al te graag met ze mee toen ze op het Wereld Muziek Concours in 2009 de hoogste plaats in de concertafdeling behaalden".
-
Aan de regels van de taal der muziek hoef je je niet altijd aan te houden
--
"Op datzelfde WMC stond ik op de planken met de Koninklijke Fanfare De Werkmanszonen uit Zichen. Daarmee werden we vice-wereldkampioen in de eerste divisie. In Zichen had ik in 2005 het dirigeerstokje van Dirk de Caluwé mogen overnemen. En ook daar is het gewoon een kwestie van met z’n allen ons uiterste best blijven doen om hogerop te komen".
-
"Na mijn ingangsexamen aan het Lemmens Instituut werd ik meteen toegelaten tot het 2de jaar van de masteropleiding tot dirigent HaFaBra. Ik heb me daar in Leuven verdiept in partituur-analyse, instrumentenleer, orchestreren, arrangeren en slagtechniek. Dat heb je allemaal nodig om als dirigent tot de klankkleur te komen die je voor ogen staat en die de samenstelling van het orkest toelaat".
-
"Het wezen van dirigeren haal je nooit echt uit de boeken. Dat leer je pas echt door het telkens weer opnieuw voor een orkest te gaan staan. De taal der muziek kent wel degelijk regels. Daar hoef je je echter niet altijd aan te houden. Want het gaat uiteindelijk om de klank van de muziek en niet om de regels. Maar de theoretische bagage die ik in Leuven meekreeg heeft me wel extra bewust gemaakt van een heleboel zaken".
-
"In Leuven kreeg ik iedere 2 weken 1 uur les in slagtechniek. Zonder orkest. Werd er alleen maar een CD afgespeeld. Daar was ik in het begin best verlegen mee. Vroeg ik me wel eens af: wat sta ik hier nou te doen? Het bleek echter toch wel degelijk van pas te komen als ik weer voor een orkest kwam te staan. Thuis heb ik ook wel vaker voor de spiegel staan oefenen. Ook dat helpt je om je zo te leren uiten dat een orkest snel doorheeft wat je voelt".
-
Het zwaartepunt ligt altijd in de palm van je hand
-
-"Dirigeren heeft een ritmische en een melodische kant. Ik begin meestal met de ritmiek. Dat doe ik met mijn rechterhand. Als het ritme eenmaal loopt, leg ik meer accent op de melodie. Dat doe ik vooral met mijn linkerhand".
-
"Ik dirigeer met een stokje. Als ik het tenminste niet thuis heb laten liggen. Maar ook dat is geen ramp. Ik heb eens een opname gezien van Gergiev waarin hij volgens mij met een tandenstoker dirigeerde. Het zwaartepunt van het dirigeren ligt uiteindelijk toch altijd in de palm van je hand".
-
"Muzikanten letten meer op de bewegingen die je als dirigent met je rechterhand maakt dan op die van je linkerhand. Soms is het nodig om parallel te dirigeren. Dan maak je met allebei je handen dezelfde bewegingen. Maar meestal gebruik je rechts om in te zetten en links om te fraseren, om dynamische verschillen aan te geven; om over te brengen dat je iets bedeesd, sprankelend of nieuwsgierig wilt laten weerklinken. Bij dirigeren gaat het niet altijd alleen maar om het grote gebaar".
-
Ik laat me vooral leiden door de reacties vanuit het orkest
-"Als ik een stuk instudeer, vraag ik me van tevoren geen moment af hoe ik het ene na het andere gebaar zal gaan inzetten. Zo maak je geen muziek. Dat ontstaat ter plaatse en op het moment. Naarmate je meer dirigeert, groeit je gebarentaal gewoon uit tot een tweede natuur".
-
"Daarbij laat ik me in de praktijk vooral leiden door de reacties vanuit het orkest. Ik zie direct aan de gezichten van de musici of ik goed bezig ben. Of ik merk het aan hun gebarentaal. Ook onder muzikanten is die sterk ontwikkeld. Zo tikken ze even zachtjes met een hand op een knie of met een voet op de grond als een bepaalde passage voor hun gevoel echt lekker is gegaan. De grootste kick is voor mij als de leden van het orkest te kennen geven dat ze blijmoedig zijn".
-
"Als dirigent moet je een orkest zo weinig mogelijk storen. Des te zwaarder weegt hoe je aangeeft als er iets verkeerd dreigt te gaan. En iedere dirigent communiceert op zijn eigen manier. De een moet het vooral hebben van mimiek. De ander peilt de stemming binnen het orkest voortdurend met vragen. Maar uiteindelijk komt het er allemaal toch op neer in hoeverre een orkest bereid is om je te volgen. Of je daar nou lang of kort met de muzikanten over praat. Als dirigent kweek je je eigen sound. Daarbij volg je je eigen smaak. Kun je kiezen tussen een transparant geheel of goeie dikke klanken".
-
"Je krijgt meer focus van muzikanten naarmate je ze meer laat gaan. Soms kun je als dirigent de musici vóór zijn, maar andere keren is het beter om je mond te houden; bijvoorbeeld als je merkt dat een goeie muzikant een slechte dag heeft. Dat overkomt ons immers allemaal wel eens".
-
"Het dirigeren heeft me in elk geval nu al geleerd om geduldig te zijn maar niets van mijn ambities in te leveren. Maar ook om anderen te inspireren door bij mezelf te blijven. Humor kan een dirigent goed van pas komen, maar je moet ook boos durven zijn".
-
Boosheid zit niet diep bij mij
--
"Als dirigent kun je er alleen maar vrijuit tegenaan gaan als je ook uiting aan je ergernis geeft. Soms pakt dat raar uit. Zo viel het iemand van een gezelschap op dat ik me telkens aan dezelfde muzikant irriteerde. Daar was ik mezelf niet van bewust. Maar met diezelfde muzikant had ik totdantoe na afloop telkens gewoon gezellig aan de toog gestaan. Boosheid zit niet diep bij mij. Joke, mijn vriendin, vindt het wel eens frustrerend dat ze me nooit echt kwaad ziet worden".
-
"Ik zit nu eenmaal niet zo in elkaar als die voetbaltrainer die ik als jochie in Bocholt had. Die schold ons echt de huid vol als we niet goed presteerden. Daar hoef je onder muzikanten niet mee aan te komen".
-
"Met een ploeg conservatoriumstudenten in Antwerpen heb ik een tijdlang iedere zondagavond zaalvoetbal gespeeld. Soms begonnen we pas om half elf; om zeker te zijn dat niemand verhinderd was door een optreden of zo. Op het veld gingen we er best fanatiek tegenaan. Maar ook daar was na afloop niemand nog kwaad".
-
"Ik heb ondertussen ook geleerd hoe sterk de band kan zijn die je als dirigent kunt ontwikkelen met muzikanten die je in de regel maar 1 keer per week ziet en tijdens de aanloop naar een concert op z’n hoogst 2 keer per week. Neem nou Jany van Twist. Zij was op haar 60ste nog volop actief als hoorniste bij Euphonia Goes. Jany was enorm betrokken, gaf voortdurend commentaar op alles wat ik deed. Soms escaleerde dat wel eens een beetje, maar het bleef toch iets houden van een spel dat we met elkaar speelden".
-
"Op 2 februari jongstleden was ik verhinderd om ‘s avonds in Goes te dirigeren. In de ochtend van 1 februari kreeg ik een telefoontje dat Jany om het leven was gekomen bij een auto-ongeluk en dat de repetitie de volgende dag niet doorging. Mijn afspraak voor die dinsdagavond heb ik afgezegd en ik ben naar Goes toe gereden. Daar zat iedereen in het repetielokaal totaal verslagen bij elkaar. Dat heeft een diepe indruk op me gemaakt".
-
"En met Musica Ham speelden we tijdens de begrafenismis voor een van de leden. Daar kwamen solopartijen in voor die door kinderen van 15,16 jaar werden uitgevoerd. Vroeg ik hen van tevoren of ze dat wel aankonden. Ze zeiden allemaal ja. Maar na die solo’s konden sommigen geen noot meer spelen".
-
"Op het Lemmens Instituut heb ik in totaal 4 werken gearrangeerd, 2 kleine en 2 grote. Een daarvan, 'Stormworks' van Stephen Melillo, heb ik inmiddels in Zichen op het repertoire staan."
-
"Voor mijn examen voer ik als eerste proef Danzon no2 van Arturo Marquez uit. Dat kreeg ik op als verplicht werk en duurt iets minder dan een kwartier. Op 14 september a.s krijg ik niet meer dan een half uur om dat met de Lemmensharmonie in te studeren. Een jury van 7 toppers ziet er dan op toe hoe ik de repetitie leidt en in hoeverre ik bereik dat het stuk na een half uur beter klinkt dan aan het begin. Direct daarna krijg ik dan een spervuur van vragen over me heen over de analyses, de arrangementen en de thesis die ik heb gemaakt".
-
"Voor het grotere werk koos ik ‘The Symphonic Dances from West Side Story’ van Leonard Bernstein. De Mambo daaruit kwam ik toevallig op Youtube tegen. Uitgevoerd door de symfonie Simon Bolivar uit Venezuela onder leiding van Gustavo Dudamel. Dat was meteen raak. Daar heb ik direct de partituur bij gepakt".
-
"Al snel kwam ik er achter dat Bernstein veel ruimte laat voor ht interpreteren van zijn symfonische dansen. Zo noteert hij bij een bepaalde passage alleen maar dat het ritme ‘jazzy’ is. Dat is een nogal breed begrip. Hij laat het helemaal aan de dirigent en het orkest over om te laten horen wat zij onder ‘jazzy’ verstaan".
-
Een grote eer en ook spannend
-
-
"Die symfonische dansen van Bernstein tellen 853 maten en nemen 22 minuten in beslag. Ik heb er 2 maanden aan gewerkt om die voor fanfare te arrangeren".
-
"Ik vind het een grote eer en natuurlijk ook spannend dat ik die op 21 september met Kempenbloei Achel ten tonele mag voeren. Want hoe meer professionals er in een gezelschap meespelen, des te meer zijn ze zelf ook wel ergens dirigent - dus des te lastiger wordt het om hen leiding te geven. Maar die uitdaging ga ik graag aan".
-
"In Antwerpen heb ik een jaar ontwikkelingspychologie als bijvak gedaan. Daar heb ik nog het meest profijt van tijdens de muzieklessen die ik geef op de middelbare school in Bilzen. Joke doceert daar geschiedenis, Frans en Engels. Zij speelt trouwens ook trompet".
-
"Tijdens mijn lessen op die school merk ik dat de belangstelling van de leerlingen vooral naar sport en dans uitgaat. Ze willen minder en minder de muziek in. En doen ze dat wel, dan kiezen ze jammer genoeg bij voorkeur piano en gitaar".
-
"Ik heb me me nu ingeschreven voor een dirigentenconcours voor brass bands in Montreux. Daar gaat het met 25 kandidaten over 3 ronden. In de finale staan de 3 besten tegenover elkaar. Nu hoop ik maar dat ik word toegelaten".
-
"Het trekt me wel om hierna ook nog een opleiding te gaan volgen tot master symfonische directie. Daar is het scala aan klankmogelijkheden nog veel breder en kun je dus nog veel meer klankkleuren maken. Maar aan de wereld van de symfonische orkesten ben ik op dit moment nog niet toe. Ik zit nu nog volop in de fase waarin ik de balans probeer te vinden tussen hout- en koperblazers".
-
"Vorig jaar blies ik 2 maanden mee in de musical Evita. Eerder had ik dat ook al bij The Beauty and The Beast gedaan. Het theater trekt me wel. Ik zou graag mijn focus verbreden door musicals te dirigeren. Krijg je er ook het optreden van de acteurs en de zangers erbij. En da’s toch een ander slag dan muzikanten".
-
"Een voorbeeldje: we gaven midden in de zomer een voorstelling van The Beauty and The Beast. Buiten was het bloedheet. Dus in de zaal was het echt om te smoren. Liep er vlak voor het eind van de pauze een serveuse met ijsjes voor de orkestbak langs. Bestelde Michael Delhaye - overigens een geweldige dirigent - ijsjes voor het hele orkest. Tien seconden later ging het doek open. Begonnen wij te spelen met iedereen in z'n ene hand een smeltend ijsje. Dat zie ik acteurs toch niet zo gauw doen".
-
"Mijn afstudeerthesis in Leuven gaat trouwens over de evolutie van ventielen sinds de 19de eeuw. Daar heb ik veel voor moeten lezen. Terwijl ik niet zo’n lezer ben. Toch hoop ik wel dat Ivan Meylemans nog eens een boek over dirigeren schrijft".
-
© 27 augustus 2010, vofpzb overpelt
-
-
Geen opmerkingen:
Een reactie posten